Wat betekent ‘3 P’?

Het begrip staat voor de harmonieuze verwevenheid van People (mensen), Planet (planeet/milieu) en Profit (opbrengst/winst).
Soms ook aangeduid met Mens, Milieu en Maatschappij.

Historie

Ontstaan in Engeland onder de term Tripple Botom Lines (TBL), voor het eerst in 1981 genoemd door Freer Spreckey in de publicatie ‘Social Audit – A Management Tool for Co-operative Working’. Het ging daarbij om Business Performance (zakelijke prestaties) te meten, waarbij rekening wordt gehouden met economische, ecologische en sociale waarden en criteria.
Het begrip ‘Duurzame Ontwikkeling’ (Sustainable Development) is in 1987 vastgesteld met het Brundtland-rapport ‘Our common future 1987″. ‘Duurzame Ontwikkeling’ werd  gedefinieerd als “Ontwikkeling, die aansluit op de behoeften van het heden, zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien, in gevaar te brengen”.
 In 1995 zette John Elkington het begrip ‘People, Planet, Profit’ op de kaart als een slogan (bondige omschrijving) van de Tripple Botom Line en het doel van Duurzame Ontwikkeling. Deze slogan werd al in 1997 gebruikt als titel van het eerste ‘Sustainability Report’ van de ‘Anglo-Dutch oil company Shell’.

Nadere uitleg

Onbalans

Wanneer de verwevenheid van de 3P’s niet harmonieus is, lijden de andere elementen hieronder. Wanneer bijvoorbeeld winst te veel prioriteit krijgt, worden mens en milieu hiervan de dupe, bijvoorbeeld door slechte arbeidsomstandigheden of vernietiging van de natuur. Andersom ziet de slogan ook het winstkenmerk als essentieel onderdeel van een duurzame ontwikkeling die harmonieuze mens-  en milieu-elementen mogelijk maakt.

MVO = Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Het drie-P’s-begrip wordt door veel ondernemingen geadopteerd als richtlijn voor het maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Zo schrijft de Rijksoverheid:
“Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) betekent ondernemen met aandacht voor de drie p’s, people, planet en profit:
  • people: mensen binnen en buiten de onderneming;
  • planet: de gevolgen voor het (leef)milieu;
  • profit: de voortbrenging en economische effecten van goederen en diensten.
Deze benadering levert langetermijnwinst op voor ondernemers en maatschappij.”

Wetenschappelijk instituut Telos: duurzaamheidsbalans

Vooral in Nederland en in het bijzonder in Noord-Brabant, kreeg het begrip ‘Duurzame Ontwikkeling’ en in het kielzog daarvan de slogan ‘People, Planet, Profit’ erg veel aandacht. In Noord-Brabant is daar al in de ’90 jaren het wetenschappelijk instituut Telos voor opgericht. Telos maakt als universitair kenniscentrum de ‘duurzame ontwikkeling’ maatschappelijk hanteerbaar. Daarbij ligt de nadruk op het ontwerp, de inrichting en de monitoring van duurzame ontwikkelprocessen. Telos doet dit in samenwerking met maatschappelijke partners, in open innovatieprocessen. Het instrument daarbij is de optimale duurzaamheidsbalans (3 P driehoek).

People, Planet, Prosperity (?)

Voor de Wereldtop over duurzame ontwikkeling te Johannesburg (2002) werd de P van Profit veranderd in ‘Prosperity’ (welvaart), om naast economische winst ook de maatschappelijke winst in de afwegingen te betrekken. (citaat http://nl.wikipedia.org/wiki/People_Planet_Profit)

People, Planet, Profit/Prosperity, Pneuma (?)

Our Common Future 2 (Nijmegen, 2009) voegde Pneuma toe (Grieks voor geest of spirit).
De voorzitter, prof.dr. Jan Jonkers (Bedrijfskunde, in het bijzonder Duurzaam Ondernemen), bepleitte een alternatief te bedenken voor de 3 P’s.

Karakteristiek VIBA-Expo

‘De mens centraal, door op innovatieve wijze, integraal en flexibel te bouwen, wonen en werken.’
De drie pijlers van duurzame omwikkeling (economische ontwikkeling, sociale ontwikkeling en milieu-ontwikkeling) zijn continue gezamenlijk aan te pakken.
Integraal denken en doen zijn essentieel voor een doorlopende optimalisering van de duurzaamheidsbalans. Immers continue moet ingespeeld (kunnen) worden op veranderende omstandigheden en wijzigende behoeften van mensen. Dat kan met integraal ketenbeheer (hernieuwbare grondstoffen en oneindig hergebruik van afval (C2C)), met energie-extensivering (trias energetica) en met kwaliteitsbevordering (gezond, veilig en comfortabel binnenklimaat, versterken van (bio)diversiteit in omgeving, kortom van de ruimtelijke kwaliteit).
De 3 P’s zijn zodanig ingeburgerd, dat het steeds weer ter discussie stellen daarvan, niet de zaak van de  duurzame ontwikkeling dient. Verstandiger is het om regelmatig de bedoeling en consequenties van de duurzaamheidsbalans te herijken en de consequenties daarvan in te schatten en uit te leggen hoe daar in deze tijd mee omgegaan zou kunnen worden.
De termen Welvaart (jaren 1930-1970), Leefbaar (jaren 1980-2010) en Gezond (altijd) zijn goed te positioneren in de duurzaamheidsbalansdriehoek:
  • Welvaart kent weliswaar zeer veel definities, van welbevinden/geluk (people) tot ‘mate waarin de behoeften met de beschikbare middelen kunnen worden bevredigd’ (profit).
  • Leefbaar vereist (financiële) middelen (profijt) en een veilige milieuvriendelijke omgeving (planet).
  • Gezond vereist een niet bedreigend milieu (planet) en een eigen verstandige sociale discipline (people).

In deze visie past het niet om ‘Profit ‘om te zetten naar ‘Prosperity’ alsook past het niet om ‘Pneuma’ toe te voegen aan de 3 P’s. Immers Prosperty (Welvaart) wordt gedekt door People & Profit. Pneuma wordt gedekt door People.

Adriaan van Mierlo, 2011

.